Verzorger of echtgenote?

Hun huis in Oosterhout staat vol schitterende antieke telefoons met ouderwetse draaischijven, een paar hebben zelfs een slinger. Sommige zijn enkele duizenden euro’s waard. Theo Stikkers, de verzamelaar, kreeg belangstelling voor de apparaten vanwege zijn werk bij de PTT. ‘Ik was daar aanwezig, ik liep met een map onder mijn arm druk te doen.’ Een brede grijns terwijl hij nog even doorgaat over zijn ‘drukke’ baan bij de overheid. Een joviale man, hij steekt graag de draak met zichzelf en met de mensen om hem heen.

Schijn bedriegt, achter die bravoure zit een hoop verdriet. Theo kampt met geheugenproblemen en zijn oriëntatie en begrip laten hem in de steek. ‘Het begon denken we in 1996 na een whiplash, in 2002 werd hij afgekeurd voor zijn werk. Ik startte net in een nieuwe baan,’ vertelt zijn vrouw Irene. Er gebeurden dingen die niet klopten. Op een gegeven moment zoveel dat Theo met Irene voor onderzoek naar de geheugenpoli gaat. ‘Dat was in 2014. Er kon niet echt diagnose worden gesteld. In september 2015 werd Theo acuut opgenomen op de intensive care vanwege een gescheurde aorta, hij kreeg ook een delier. Toen is er echt wel een knik gekomen in zijn gezondheid. Een paar maanden later tweemaal een tia, vorig jaar een hartinfarct. Die periode was verschrikkelijk, Theo liep bloot de straat op, hij was zo in de war.’ ‘Ik had hallucinaties, ik dacht dat mijn moeder op mijn bed lag en dat ze me wegstuurde’, vult Theo aan. Irene: ‘We vroegen ons echt af, hoe krijgen we dit in hemelsnaam samen voor elkaar?’

Hun start in ’s-Hertogenbosch was vrolijk. Theo hing aan de bar een beetje slap te ouwehoeren, zoals hij zelf zegt. Hij zag Irene binnenkomen en viel als een blok voor haar. Het was wederzijds. Ze hadden een actief sociaal leven. Theo was na zijn pensioen schipper op het pontje tussen Terheijden en Breda. Irene zat in allerlei besturen.

Irene: ‘Ik werk vijf dagen in de week als teammanager in de zorg. De besturen heb ik op verzoek van Theo opgegeven, ik ga alleen een keer bowlen in de week.’
Huilen, verlies, isolement. Theo: ‘Ik versta de mensen niet. Een gesprek kost te veel moeite en mensen komen niet meer terug.’ 
Irene: ‘’s Ochtends zet ik het ontbijt en alles klaar. Anders komt hij er niet toe om te eten. Op de kasten heb ik stickers geplakt waarop staat wat erin zit. Ik maak een weekschema met alle afspraken.’
Theo: ‘Ik sta om half acht met haar op, anders moet ik het zelf doen. Dan lees ik twee kranten en wacht ik op de thuiszorg. Soms wil iemand koffie, meestal niet want ze hebben geen tijd. Om 12 uur belt Irene om te zeggen dat ik moet gaan eten. Ik kijk veel naar dat kastje. Kinderprogramma’s en al.’ Met een vette knipoog: ‘Ik heb het goed naar mijn zin als Ajax verliest. Mijn broer is voor Ajax, dus ik voor PSV.’
De tijd samen vullen ze door met de scootmobiel erop uit te gaan en af en toe een dagje uit. Laatst hebben ze de Rummikub weer tevoorschijn gehaald.

Ze doen hun best alles zo gewoon mogelijk te laten zijn. Terwijl Irene opstaat om nog eens koffie in te schenken, laat de kat zich zien en strijkt langs Theo’s benen. Hij haalt haar zachtjes aan.

Als Irene weer zit, zegt ze terwijl ze Theo aanraakt: ‘We praten veel zo, met onze handen.’ En even later: ‘Het is zo moeilijk, wanneer zijn we man en vrouw, wanneer ben ik verzorger.’ Ze kijken elkaar aan, peilen elkaars gedachten. Niet alleen verdriet glijdt over hun gezichten, ook warmte en elkaar willen troosten.

 

Oosterhout
Irene en Theo Stikkers, 58 en 73 jaar

Irene werkt bij Riethorst Stromenland.