Emoties

‘Onze moeder is altijd een heel zelfstandige vrouw geweest. Ze ging voor een fietsvakantie naar Sri Lanka. Ze heeft na de scheiding van onze vader 25 jaar lang alleen gewoond. Ze liet haar ogen laseren om te kunnen blijven autorijden. Tot zeven jaar geleden deed ze alle betalingen zelf via de computer. Toen begon het te haperen. Ze werd bestolen. Eerst werd haar pincode afgekeken en vervolgens haar portemonnee meegenomen’,  vertelt Brigitte Sweep-Bekius. De arts stelde op een gegeven moment de diagnose: Alzheimer. ‘We hebben er samen heel veel om gehuild. Hoe moet dat nou, vroeg mijn moeder, ik wil per se in mijn eigen huis blijven. Ik beloofde mijn moeder dat ik straks voor de beste plek zou zorgen.’

‘De periode dat ze net hier in Aernswaert in Hank was, nu vierenhalf jaar geleden, was het ergst. Boos, boos, boos. Waar zijn mijn spullen, ik wil ze nú terug, ze zijn gestolen!’, gaat Arjen verder. Zijn moeder volgt het gesprek intensief zonder woorden. Ze reageert op de intonatie ervan. Boos, verschrikt, knikken. Het past allemaal wonderwel bij waar het op dat moment over gaat. Zacht lachen, omlaag kijken, handen aan het gezicht, verwonderde blik omhoog. Arjen: ‘Ik heb van gesprekken met mijn moeder videofilmpjes gemaakt. Als ik die terugkijk zie ik hoe groot het verschil tussen nu en een jaar terug is. Die filmpjes tonen dat. Mijn eigen waarneming laat me in de steek. Het gaat zo geleidelijk achteruit, dat ik het niet in de gaten heb.’

Nu mevrouw Mötter niet meer in Gorinchem op zichzelf woont is de druk van het zorgen zo goed als weg. Brigitte:’Toen ze thuis woonde vroegen we ons constant af, is ze veilig, wordt ze niet beroofd, is ze haar auto niet kwijt, wordt haar fiets niet gestolen. Ze ging 27 keer op een dag naar de winkel om telkens met één boodschap terug te komen. Dan had ze brood gehaald en bedacht ze oh ik heb geen boter, terug naar de winkel. Weer thuisgekomen de constatering, nu heb ik geen beleg en weer terug naar de winkel. Met veel moeite hadden we haar overtuigd om naar de dagopvang te gaan. De eerste keer bracht ik haar zelf. Ze wilde echt niet in de taxibus stappen. Bij aankomst in de dagopvang, werd ze verschrikkelijk kwaad op mij. Dat ik haar daar naartoe bracht! Na een poosje was het goed. Zei onze moeder dat ze zo fijn met de bus naar de club ging.’

Arjen, Brigitte en hun zus Karin reisden vaak naar Gorinchem. Zelf wonen ze in Barendrecht (Arjen) Raamsdonksveer (Brigitte) en in Rotterdam (Karin). Toch vinden ze niet dat ze in die periode en ook niet na de verhuizing echte mantelzorgers zijn. ‘Dat zijn mensen die 24/7 moéten zorgen’, vindt Arjen.

In Aernswaert komen de kinderen en kleinkinderen ook, Brigitte en Arjen wekelijks. Arjen: ‘We zitten dan bij elkaar. Naarmate mijn moeder verder ‘terug gaat’, kom ik dichterbij. Zo was mijn relatie met mijn moeder niet. Die was veel afstandelijker. Ik raak haar veel aan, geef haar kussen die ik van de kinderen moet doorgeven.’ Brigitte: ‘Met mij knuffelt ze niet. Ze aait me over mijn broek, vooral deze. Daar lijken vlekken op te zitten.’

Met zijn drieën wandelen ze veel, zo ook vandaag. Liefdevol helpen ze hun moeder in haar jas. Een klein vrouwtje tussen haar grote kinderen die beschermend om haar heen staan. Buiten aangekomen gaat stevig de pas erin. Dat kan ook zo weer veranderen. Brigitte: ‘Iedere grasspriet is een reden om stil te staan.’

 

Mevrouw Trees Mötter woont sinds vierenhalf jaar in Aernswaert – Riethorst Stromenland, Hank. Ze heeft drie kinderen: Brigitte (57) woont in Raamsdonksveer, Arjen (49) woont in Barendrecht en Karin (60) jaar woont in Rotterdam.